florishager.reismee.nl

21 februari - 5 maart

Ik zit inmiddels in het vliegtuig op weg naar huis. Totaal gebroken maar voldaan. De vlucht duurt zo’n twaalf uur, meer dan genoeg tijd dus om mijn blog af te ronden. Ook de afgelopen twee weken heb ik weer bizar veel gezien en gedaan. Het makkelijkste is om verder te gaan waar ik was gebleven, dus dat doe ik dan maar.

Koh Phi Phi

Mijn eerste ochtend op Phi Phi Island breng ik slapend door. Pas in het begin van de middag word ik wakker, met een lichte kater. Maar deze is al snel verdwenen als ik mijn hoofd van mijn kussen til en naar buiten kijk: wat een superuitzicht op de baai van Loh Dalum. Ik geniet van mijn brunch (uiteraard inclusief verse jus) aan het zwembad en rust uit op het strand pal voor het hostel. ’S middags besluit ik het eiland te gaan verkennen. Niet met een scooter of tuk-tuk, maar te voet. Heerlijk. Ik loop richting het zuiden over een junglepaadje en de rotsen langs het water. Op mijn slippers, waardoor ik een aantal keer op een haar na uitglijd. Gelukkig gaat het goed en bereik ik heelhuids een aantal verborgen strandjes. Ik vind zelfs een verlaten hut met hangmat waar ik kan bijkomen van mijn tocht. Het uitzicht is prachtig en het water glashelder. Mijn eigenlijke eindbestemming is Long Beach in het zuiden, maat in plaats daarvan neem ik een afslag naar links. Plotseling ben ik op weg naar Phi Phi viewpoint. Bezoekers die de dezelfde weg de andere kant op bewandelen zeggen dat het een half uurtje lopen is naar de top. Dat moet te doen zijn. En dat klopt: de weg omhoog is steil en warm, maar zonder al te veel moeite bereik ik vlak voor zonsondergang het ‘point de vue-tje’. Hier maak ik foto’s van het mooie uitzicht en eet ik de bekende Thaise garnalensoep Tom Yam Khung. Later die avond spreek ik af met Rocco: we boeken een trip naar de beroemde Maya Bay voor de volgende ochtend. Maar dat weerhoudt ons er niet van om ook vanavond weer op stap te gaan.

Dat was niet zo’n slim plan, want de volgende ochtend staat ons om 6.30 uur een boottrip te wachten. We gaan naar het eiland waar de film The Beach is opgenomen. De slogan van de trip is ‘Avoid the crowds’; helemáál leeg is het strand zo ’s ochtends vroeg niet, maar we ontlopen inderdaad de mensenmassa die later op de ochtend zal arriveren. Met wallen onder mijn ogen poseer ik als Leanardo Dicaprio met Maya Bay en de opkomende zon op de achtergrond. Een leuk plaatje, al zeg ik het zelf. Rocco en ik verkennen het met regenwoud begroeide eilandje en vallen daarna in slaap op het strand. Eenmaal terug op de boot vertrekken we naar een nieuwe baai om te gaan snorkelen. Ik ga tevergeefs op zoek naar zeeschildpadden. Gelukkig zie ik wel veel andere mooie dingen onder water. We varen nog langs wat andere baaitjes en gaan dan aan land op Monkey Beach, waar ik veel oude bekenden tegenkom. Dit keer krabben ze me gelukkig niet.

Op de weg terug naar de haven raak ik aan de praat met Jorge, een sympathieke Argentijn. We lunchen samen bij het zwembad van het hostel en praten over van alles en nog wat. Hij raadt me de Spaanse taalschool aan in zijn geboortestad Còrdoba. Als ik ooit in Zuid-Amerika ben dan ben ik welkom bij hem thuis, aldus Jorge. Wie weet komt het nog van pas. Na de lunch geniet ik nog even van het strand voordat ik met Rocco vertrek naar mijn volgende bestemming: de kustprovincie Krabi.

Krabi

De eerste indruk van Krabi is op z’n zachtst gezegd vreemd: een gebied met bizar gevormde bergen, toeristische badplaatsen maar ook armoedige dorpjes. Rocco en ik verblijven in Ao Nang. Deze badplaats is niet bepaald idyllisch te noemen: een boulevard volgebouwd met restaurants, hotels en winkels. Het strand is ook niet je van het. Ik ben nogal moe, dus de eerste avond in Krabi doe ik rustig aan. De volgende dag sluit de Italiaan Simone (die ik al eerder heb ontmoet in Phuket) zich bij ons aan. We gaan naar de Tiger Temple iets ten noorden van Krabi Town. Hier beklimmen we de ruim 1200 treden hoge trap naar de tempel, waar ik drijfnat van het zweet aan kom. Het uitzicht is er prachtig: de hele baai van Phang Nga is zichtbaar, van Krabi Town tot Phi Phi en van Koh Lanta tot de grillige bergen van Kao Sok in het noordwesten. Op de weg terug naar beneden komen we weer wilde apen tegen. Ze drinken weggegooide bekers Starbucks koffie en flesjes zonnebrand. Triest om te zien.

Diezelfde middag geniet ik met mijn Italiaanse vrienden van een welverdiende lunch: Nieuw-Zeelandse mosselen. Met een volle maag zetten we ons drukke programma voort, op weg naar Railay Beach, misschien wel het bekendste strand van Krabi. Met een longtail boat is het maar een minuut of tien. Het boottochtje is prachtig, net als Railay Beach zelf: een met palmomen bezaaide baai omringd door tientallen meters hoge rotsen die eindigen in zee. Een eindje verderop ligt nog een strand, Phra Nang, waar we net op tijd aan komen om de zon achter de kolossale rotsen te zien verdwijnen. Ik heb al veel superlatieven gebruikt maar ook deze plek is weer adembenemend.

Mijn drukke programma houdt niet zo maar op: ’s avonds heb ik met mijn Franse vriend Antoine – die ik meer dan een week geleden voor het laatst heb gezien – afgesproken in Krabi Town. We eten heerlijke verse vis op de avondmarkt, spelen pool en drinken bier in een lokale bar. Zeer geslaagde avond, die niet al te laat eindigt omdat ik besluit de volgende morgen naar Koh Tao te gaan. Dit eiland ligt aan de oostkant van het vasteland. Per bus reis ik naar de kustplaats Surat Thani. Hier breng ik een paar uur door al wachtende op de boot die me naar Koh Tao zal vervoeren. In Surat Thani – waar in tegenstelling tot veel andere plaatsen in het zuiden bijna geen Engelse teksten te lezen zijn op de gebouwen – bezoek ik een lokale markt. Ook kijk ik toe hoe een groep oude Thaise mannen een Thai bokswedstrijd volgt via een middeleeuws tv-scherm op straat. ’S Avonds op de armoedige nachtboot naar Koh Tao ontmoet ik twee Franse jongens. We drinken een biertje en maken ons klaar voor de horrornacht die ons te wachten staat: slapen op een minuscuul matje midden tussen tientallen luidruchtige Aziaten. Het is een hele belevenis. Ik voel me bijna een Afrikaan op zoek naar werk in Europa. De boot gaat urenlang alle kanten op, maar ik slaap eigenlijk best goed. Rond 5 uur ’s ochtends arriveer ik op het bekende duikerseiland Koh Tao.

Koh Tao

Het eerste wat ik doe na aankomst in het boeken van een hostel. Daarna neem ik een ochtendduik in de kraakheldere zee en eet ik mijn ontbijt op een leeg strand, waar een paar maanden terug nog een backpacker dood (oorzaak onbekend) werd aangetroffen. Heftig. Ik ben van plan vandaag een tour te maken op een mountainbike en op één dag zo veel mogelijk te zien van het eiland. Ik blijf hier namelijk maar een nacht, mede omdat ik niet mag duiken vanwege mijn oren. De receptiemedewerkster van het hostel is zo vriendelijk me de mooiste plekjes aan te wijzen om te verkennen per fiets. Ik volg haar advies op en ga op pad. Na vijf minuten begint het ineens keihard te regenen en ik moet ik schuilen. Heb ik weer… gelukkig is het snel droog en kan ik mijn weg vervolgen. Via een nogal hobbelige en af en toe steile weg beland ik in het zuiden van het eiland. Uitgeput en klatsnat strijk ik neer onder een palmboom, nadat ik een half uur nodig heb gehad om uit te vogelen hoe het slot werkt. Ik vraag mezelf af waarom ik in godsnaam een mountainbike heb gehuurd en geen scooter. Maar ja, ik heb veel verhalen gehoord over scooterongelukken in Thailand, dus een mountainbike is toch de meest verstandige optie. Ik vervolg mijn tocht langs meerdere uiterst tropische strandjes (met de karakteristieke ronde rotsen) om uiteindelijk uit bij het John Suwan Viewpoint. Hier ontmoet ik een Nederlands stel en maak ik een praatje. Mijn tocht gaat verder richting het oosten, waar ik een aantal pittige ‘colletjes’ tegenkom. Het eindpunt van mijn rit is ieder geval de moeite waard: een luxe resort aan het heerlijke strand van Shark Bay. Het lijkt alsof ik hier de eerste en ook meteen de laatste backbacker ben die hier is geweest. Maar dat kan mij nu even niks schelen. Ik maak gebruik van de stortdouche van het resort en bestel een voor Thaise begrippen peperdure maaltijd. Nu ben ik weer helemaal klaar voor de terugweg, die desalniettemin tegenvalt. En ik verlies onderweg mijn helm… de boete is gelukkig maar een paar euro.

Ik sluit mijn verblijf op Koh Tao af met een avondje met de twee Fransen die ik eerder op de nachtboot leerde kennen. We kijken naar vuurshows op het strand en blijven hangen bij een van de bars. In de menigte zie ik een licht getinte jongen lopen met een Feyenoordshirt. Met hem deel ik het verdriet van de nederlaag tegen PSV eerder die avond. Om onszelf te troosten gaan we naar een nachtclub in de jungle.

Koh Samui

Het was de bedoeling dat ik de volgende ochtend om 7 uur een boottocht zou maken naar het nabijgelegen eilandje Nangyuan, om vervolgens om 9.30 uur te veerboot te nemen naar Koh Samui. Het loopt ietsje anders: ik verslaap me en moet me zelfs haasten om de ferry te halen. Gelukkig ben ik op tijd en arriveer ik volgens schema op Koh Samui. Hier heb ik afgesproken met Anna (ook van het vrijwilligerswerk in Singburi), Antoine en Lianne. We verblijven in een mooi strandhotel in het zuiden van het eiland, bij Lamai Beach. We spelen als kleine kinderen in de hoge golven en gaan later op de dag naar een waterval in de buurt, midden in het oerwoud. Hier blijven we tot het donker wordt. We hebben honger als een paard en bestellen dus maar liefst drie gerechten per persoon bij het eerste restaurant dat we tegenkomen. Het eten is er uitzonderlijk lekker.

Dag twee op Koh Samui staat in het teken van snorkelen: per speed boat gaan we naar Ang Thong National Park, op een uur varen van Koh Samui. De eilandengroep staat bekend om zijn heldere water. Ondanks de hoge golven zien we waarom: de onderwaterwereld is zelfs vanaf de boot al makkelijk te zien. Naast het snorkelen is er tijd voor het beklimmen van een trap die leidt naar een prachtig uitkijkpunt met zicht op de eilandengroep en een stuwmeer. Ook varen we in een kajak en rusten we uit op een verlaten strandje. Ook de boottrip zelf is de moeite waard: door de hoge golven deinzen we op en neer en worden we kletsnat. Onderweg kletsen we met een gezellige groep Amerikaanse ouderen. Eenmaal terug op Koh Samui dineren we op Bophut Beach, waar eetkraampjes op het strand staan. Eindelijk heb ik mijn gamba’s. We chillen een paar uur bij een lounge bar op het strand en keren vervolgens huiswaarts.

Koh Phangan

Ook nu is het drukke programma nog niet voorbij: de volgende dag hangen we de ultieme toerist uit in Koh Samui Aquarium & Zoo. Hier kijken we onder meer naar exotische vissen, voeren we apen en bezoeken we een vogel- en tijgershow. Niet erg diervriendelijk, wel vermakelijk. Later op de dag nemen we de ferry naar wéér een nieuw eiland, dit keer Koh Phangan. Hier hebben we een bungalow geboekt aan een afgelegen strand in het noorden. Het is al donker dus we zijn eigenlijk al te laat. Gelukkig maakt de kapitein van de longtail boat een uitzondering voor ons en vervoert hij ons tegen een kleine meerprijs naar Bottle Beach. Dit strand is een waar paradijs: lichtblauwe zee, beboste heuvels, palmbossen… alle ingrediënten zijn aanwezig. Het enige smetje is mijn klunzige val in het water met backpack en al nadat ik de boot uit stap. Mijn telefoon is nat maar wonder boven wonder doet hij het nog.

De volgende dag besteden we met eten, drinken, chillen aan het strand en snorkelen. Wat wil je nog meer? Helaas hebben we maar één nachtje geboekt in de bungalow. We zijn immers arme backpackers. Later op de middag reizen we dus naar een nieuw hostel, gelegen in het zuiden en vlakbij het strand waar op vrijdag de beruchte Full Moon Party zal plaatsvinden. Hier sluit nog een aantal oude bekenden zich aan bij de groep. ’S Avonds proberen we eerst het ietwat (relatief tegenvallende) strand uit. Daarna gaan we naar een bar met zwembad een eindje verderop. Het duurt niet lang voordat we met onze kleren in het zwembad springen en zo onze eigen poolparty creëren. Het is niet verbazingwekkend dat de dag erna niet de meest actieve is: uitslapen, ontbijten en op het strand liggen. De Full Moon Party is vanavond al, dus kopen we nog snel passende kleding en wat verf; body paint is een onmisbaar onderdeel van het feest. Langzaam maar zeker druppelen nieuwe mensen (vooral veel Amerikanen en Canadezen) binnen die zich aansluiten bij onze groep. Met z’n allen vertrekken we vanuit ons hostel met een truck richting Haad Rin beach. Van de rest van de avond weet ik niet zo veel meer… het absolute hoogtepunt van mijn reis was het in ieder geval niet.

De zaterdag na het feest is mijn laatste dag aan het strand, dus ik sta vroeg op en geniet in m’n eentje van een van de laatste zonnestralen die ik voorlopig zal zien. Ter afsluiting gaan we ’s avonds naar een sushi-restaurant aan het strand: Antoine, Lisa, Lianne, Spencer (een van de Canadezen), Anna en ik eten zo veel als we kunnen en houden het dan voor gezien. Het is mooi geweest. De volgende ochtend nemen Anna (die nog een week vrijwilligerswerk voor de boeg heeft) en ik de boot en bus naar Surat Thani Airport, waar we op het vliegtuig stappen naar Bangkok. Het allerlaatste uitstapje in een drankje in een sky bar van een chique hotel vlakbij ons hostel. Ik kijk naar de verlichte sky line van de metropool waar ik in korte tijd al vier keer ben geweest en waar ik heel veel en vooral heel mooie herinneringen aan heb.

Afsluiting

Ik ben aan het einde gekomen van mijn blog. Het bijhouden ervan kostte flink wat tijd en moeite, maar het was het meer dan waard. Mijn reis was er een om nooit te vergeten. Geen enkele andere reis die ik ooit zal maken, kan mijn afgelopen twee maanden overtreffen. Dat weet ik zeker. Ik heb zó veel (nieuwe) dingen gedaan en gezien, daar kan niks anders tegenop. Daarnaast was de combinatie van georganiseerde trips, vrijwilligerswerk en zelfstandig reizen ideaal: ik heb op deze manier het land op meerdere manieren leren kennen.

Deze blog schrijf ik in eerste instantie voor mezelf, maar ik hoop dat degenen die de moeite hebben genomen om al mijn ellelange verhalen door te spitten er ook van hebben genoten. Ik heb mijn best gedaan een zo goed mogelijk beeld te schetsen van mijn avonturen. Af en toe misschien een tikje te eufoor, maar ja. In mijn belevenis waren de dingen écht zo geweldig en mooi als ik ze omschrijf. Natuurlijk heeft Thailand ook zijn duistere (lees corrupte) kant, zeker als ik mijn ras-Amsterdamse buurman in het vliegtuig op de terugweg - die het land al 25 jaar op rij bezoekt - moet geloven. Wie weet volg ik zijn voorbeeld en schrijf ik over 25 jaar een Thailand-blog met een héél andere toon. ;) Maar vooralsnog houd ik van het land en dat blijft nog wel een tijdje zo.

Dank voor het lezen en wie weet tot mijn volgende reisblog.

PS foto's volgen later of kunnen persoonlijk worden aangevraagd. ;)

Reacties

Reacties

Frank Blijlevens

Ik zei het: trip of your Life en..... je kan schrijven ?

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active